Turnen | Commissie spreekt turncoach Vincent Wevers ook in hoger beroep vrij

Wevers werd onder andere beschuldigd van fysieke en verbale mishandeling. De commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak geeft aan dat niet vaststaat dat de feiten waarvan Wevers beschuldigd werd niet hebben plaatsgevonden. Er zijn echter meerdere redenen dat het onmogelijk is om tot een onomstotelijke conclusie te komen.

"De verklaringen die zijn opgenomen in het onderzoeksrapport kunnen niet als bewijs worden gebruikt. Het onderzoeksrapport bevat onvoldoende gegevens om de betrouwbaarheid van die verklaringen te kunnen beoordelen”, aldus de uitspraak.

Een voorbeeld is dat het overgrote deel van de beschuldigingen gaan over gedrag dat voor 2011 plaatsvond. De KNGU sloot zich pas dat jaar aan bij het Instituut Sportrechtspraak en dus waren de trainers tot dat moment niet gebonden aan de gedragsnormen die voor het Instituut Sportrechtspraak gelden. Hierdoor blijft er slechts één beschuldiging staan.

Daarnaast geeft men aan dat er zo veel tijd is verstreken sinds de incidenten plaatsgevonden zouden hebben dat het bijna onmogelijk is om de details goed te herinneren. Dit alles heeft ertoe geleid dat men geen sterke juridische basis zag voor een veroordeling.

Wevers was sinds 2020 onderdeel van een onderzoek, nadat er verhalen naar buiten kwam over grensoverschrijdend gedrag binnen de turnwereld. Hierop werd de coach geschorst, waardoor hij verstek moest laten gaan op de Olympische Spelen in Tokio, tot groot ongenoegen van zijn dochters Sanne en Lieke.

De directeur van de KNGU Remco Boer was teleurgesteld over de uitspraak, maar moest ook direct toegeven dat er vanaf nu geen reden meer is om Wevers uit te sluiten van het coachingsteam van de Nederlandse turnsters.

In de Telegraaf valt te lezen dat Boer vreest voor de effecten van de uitspraak: "Als KNGU menen wij dat deze vrijspraak een groot negatief effect kan hebben op eventuele toekomstige meldingen in relatie tot grensoverschrijdend gedrag in de turnsport, maar ook in breder verband. Wij betreuren het dat de melders wederom aan het kortste eind trekken, en indien gewenst zullen wij ze bijstaan met begeleiding en nazorg.”

Voormalig turnster Petra Witjes is ook not amused met de uitspraak: "Het komt erop neer dat er opnieuw niet op inhoud is beoordeeld, kennelijk staan vooral procedurele zaken voorop. Met andere woorden; in mijn ogen is de hele zaak voor niets geweest. Waarom is zowel het ISR als de KNGU nalatig geweest met betrekking tot het feit dat beschuldigingen voor 2011 blijkbaar niet beoordeeld kunnen worden, omdat de KNGU toen nog geen lid was van het ISR? Dit wisten ze van tevoren toch ook al?”