Populaire Sporten
Alle Sporten
Toon alles

De Grote Voorbeschouwing van het schansspringseizoen 2019/2020: Wat - Hoe - Wie - Wanneer

Eurosport
DoorEurosport

Geupdate 25/11/2019 om 14:52 GMT+1

Nadat de schansspringer met zo’n 90 a 100km per uur van de schans af springt ervaart hij tot wel 8 seconden lang het gevoel van vliegen, of gecontroleerd vallen, door de lucht. Maar het schansspringen is niet geheel zonder risico. De grond komt hard aan als er een fout wordt gemaakt.

Ryoyu Kobayashi

Foto: Eurosport

De kleinste vertwijfeling, het kleinste verlies van evenwicht of een onverwachte windvlaag kan al gauw roet in het eten gooien. Zodra de angst in het hoofd van een springer kruipt wordt het lastig om tot het uiterste te gaan. Maar niet elke vorm van angst heeft invloed. Filip Sakala heeft bijvoorbeeld hoogtevrees. Dus uit de lift kijken op weg naar boven doet hij liever niet, maar van de schans af springen is geen probleem. Dan is de Tsjechische schansspringer naar eigen zeggen wel in controle van de situatie. Probeer je dat maar eens voor te stellen.

Hoe werkt het schansspringen?

Het schansspringen is een sport van de details. De sport bestaat uit de gelijknamige discipline en uit het skivliegen. De sport die wordt beoefend is afhankelijk van de lengte van de schans. Er zijn slechts vijf schansen goedgekeurd om te kunnen skivliegen. Dit heeft te maken met de veiligheidseisen. Naast de skivlieg-schansen zijn er ook nog ‘kleine’ en ‘grote’ schansen. Ook heeft elke baan weer net een iets andere vorm. Een langere aanloop, een bocht of een vlakke afloop. Hierdoor is het voor de springers nooit een kwestie van hetzelfde kunstje herhalen.
De adrenaline giert door de aderen van de topsporters die het aandurven en lang niet iedereen is uit het juiste hout gesneden om van de lange schansen af te springen. Het boeken van vooruitgang zit letterlijk in het vallen en opstaan. Op een jonge leeftijd beginnen op een schans van vijf meter om vervolgens door te stomen naar de volgende sprong. Bij elke volgende schans vallen er springers af. Een kwestie van durf en fysieke mogelijkheden zijn vaak de beperkende factor.
Want lenigheid en kracht zijn van groot belang. Een combinatie van laag zitten bij het glijden en hard afzetten bij het eind van de schans om dan in de lucht ook de volledige controle te behouden zodat de springers na maximaal 253,5 meter (wereldrecord Stefan Kraft) landen in een ‘Telemark-landing’. Bij zo’n landing buigt de springer direct na het landen door één been. Zo lijkt het alsof de springer ‘knielt’ voor de jury. Naast de afstand wordt dus ook de techniek beoordeeld. Hierbij worden de aanloop, de afzet, de vlucht en de landing in de gaten gehouden. Een combinatie van ver springen en een goede uitvoering zorgt er voor dat de menselijke ‘daredevils’ zo hoog mogelijk op het scorebord komen te staan.
picture

Telemark landing

Foto: Eurosport

Het aantal punten dat gegeven wordt voor een sprong wordt als volgt berekend: als de springen precies op het K-punt landt krijgt hij 60 punten. Het K-punt is de van tevoren bepaalde afstand die bij normale omstandigheden door goede springers veilig gehaald kan worden. Voor elke meter meer komt er 1,8 punt bij en elke meter volgt er 1,8 punt aftrek. Vervolgens geven de vijf juryleden ook een aantal punten tussen de 0 en de 20 voor de sprong, gebaseerd op de techniek. Het hoogte en laagste aantal wordt weggestreept en het gemiddelde van de overige drie ‘cijfers’ wordt opgeteld bij het aantal punten van de sprongafstand. Ook worden er bonuspunten aangegeven voor de windsituatie, dit kan zowel positief als negatief beoordeeld worden. Over belang van de wind is verderop meer te lezen.
Maar een schansspringer komt niet zomaar op de eerste plek te staan. Eerst moet er namelijk gekwalificeerd worden. Bij de wereldbekers is de top tien van het algemeen klassement automatisch geplaatst voor de eerste ronde. Zij mogen wel deelnemen aan de kwalificatie, maar kunnen niet uitgeschakeld worden. De andere deelnemers springen éénmalig voor een plek in de volgende ronde. De 40 springers met de meeste punten gaan door. Vervolgens springen alle gekwalificeerden nogmaals. De top 30 mag het vervolgens uitmaken voor de winst.
De wereldbekers zijn niet de enige wedstrijden waar gesprongen wordt. Er zijn ook om het jaar wereldkampioenschappen. Dit jaar is dat het WK skivliegen, volgend jaar het WK schansspringen. Ook is er natuurlijk het traditionele Vierschansentoernooi. Dit is een toernooi rond de jaarwisseling die bestaat uit, je raadt het al, vier wedstrijden. Deze worden gehouden in Oostenrijk en Duitsland. De eerste ronde na de kwalificatie steekt anders in elkaar dan bij de wereldbekerwedstrijden. Er wordt gewerkt met een ‘KO-systeem’. Dit betekent dat de nummer één van de kwalificatie het opneemt tegen de nummer vijftig en de nummer twee tegen de nummer 49 etc. Om 30 springers in de finale te krijgen mogen de vijf ‘lucky losers’ met het hoogste aantal punten ook naar de finale.
picture

WK Seefeld | Eisenbichler wereldkampioen op grote schans

Waar moet je op letten?


De kleinste afwijking in een goede voorbereiding kan grootste gevolgen hebben. De punten waar de jury op beoordeeld zijn los van elkaar zeer belangrijk voor een goed resultaat. Naast de techniek van het glijden, springen en vliegen spelen ook de weersomstandigheden een rol. Zo maakt sneeuwval het inschatten van afstanden lastig en kan ook de scherpe zon zorgen voor een vertekenend beeld.
Maar vooral hetgeen wat niet direct te zien is heeft de grootste invloed. De wind wordt bij het schansspringen nauwlettend in de gaten gehouden. Het klinkt onlogisch, maar met tegenwind komen de springers verder. De wind slaat zich dan tegen de helling aan waarna de lucht omhoog beweegt, ook wel ‘opwind’ genoemd. Omdat de baan van de sprong eigenlijk ‘langs’ berg naar beneden loopt betekent dat voor de springers dat de wind alsware van onderen komt. Dit zorgt voor lift. Wind mee zorgt voor precies het tegenovergestelde en valt net als de springer langs de helling. Het verschil kan oplopen tot tientallen meters. Zo kan bij het skivliegen een tegenwind van 0,2 of 0,4 meter per seconde een verschil van zo’n 20 meter opleveren.
Vandaar dat er niet alleen naar de score wordt gekeken, maar er ook een jury is die punten geeft voor uitvoering en rekening houdt met die weersomstandigheden. Om het resultaat voor jou, de kijker, wat duidelijker te maken wordt er op de landingszone een groene streep geprojecteerd. Als de sporter hier voorbij springt betekent dat, met een relatief gemiddelde score voor uitvoering, dat hij bovenaan het scorebord komt te staan. De startlijst is zo opgebouwd dat de favorieten of hoogst geplaatsten als laatste springen. Hierdoor blijft het spannend tot het eind.

Wie zijn de favorieten?

Het schansspringen is een populaire sport in Scandinavië, de Alpenlanden, Duitsland, Polen, Rusland, Tsjechië en Japan. De deelnemers, en grote namen, komen dan ook vooral uit deze landen. Het schansspringen is over het algemeen een sport voor het jonge lichaam. Je kan er ook niet vroeg genoeg mee beginnen en de springers zitten vaak op jonge leeftijd al op het hoogste niveau. Zo werd het seizoen 2018-2019 gedomineerd door de toen 22-jarige Ryoyu Kobayashi. In de wereldbeker verpulverde hij zijn concurrentie. Hij was ook de 3e atleet ooit die alle vier de wedstrijden in het Vierschansentoernooi won. De strijd voor plek twee was zeer spannend. De Oostenrijkse Stefan Kraft wist het Poolse front net voor te blijven. Stoch, Zyla en Kubacki zaten hem namelijk op de hielen.
Maar dat was vorig seizoen. Wie stijgt er dit jaar naar het hoogste niveau? Kan Kobayashi zijn dominantie voortzetten? Eurosportcommentator Peter van Hal probeerde in zijn glazen bol te kijken en dacht er het volgende in te zien:
Kobayashi blijft meedoen op het hoogste niveau, maar hij krijgt weerstand van Peter Prevc en Dawid Kubacki. Maar Dawid Kubacki is niet de enige pool die de Japanner onder druk gaat zetten. De Polen zijn namelijk vooral in de breedte sterk. Maar niet alleen de polen zijn bezig aan een opmars. De Oostenrijkers zijn ook weer op de weg terug. Na jarenlange wereldtoppers te hebben afgeleverd waren ze de afgelopen tijd wat afwezig op het hoogste niveau. De Noren komen vooral met jonge toppers aanzetten. Dit jaar nog niet, maar de jaren daarop kan het publiek daar ook veel van verwachten.

Welke wedstrijden mag je niet missen?

De wereldbekerwedstrijden schansspringen zijn het gehele seizoen door te bekijken op Eurosport. Naast dat de winst per wedstrijd belangrijk is werkt het algemene klassement ook mee in het achterhoofd van de springers. De top 10 van het klassement kan in de kwalificatie niet uitgeschakeld worden. Dit kan dus een hoop stress voorkomen.
Het seizoen zit vol met schansspringen. Ook het Vierschansentoernooi staat dit jaar traditioneel op de planning. Rond de jaarwisseling vindt dit grootste schansspring evenement plaats. De Schattenbergschans in Oberstdorf staat als eerste, 28 en 29 december, op de planning. Vervolgens wordt er in Garmisch-Partenkirchen op oudjaars en nieuwjaarsdag gesprongen. In 2020 gaat de schansspringstoet vervolgens verder richting Oostenrijk. Op de derde en vierde dag van het nieuwe jaar wordt er gesprongen in Innsbruck. Na één dag rust tussendoor is het daarna alweer tijd voor de laatste twee dagen. In Bischofshofen barst de strijd voor de meest prestigieuze prijs van het schansspringen los. Zo dichtbij, maar tegelijkertijd zo ver weg.
Bekijk hier de kalender van seizoen 2019/2020
Schansspringen op Eurosport Player
Het wereldbekerseizoen schansspringen volg je op Eurosport 1, maar natuurlijk ook op de Eurosport Player! Met de Eurosport Player kun je alle wedstrijden, toernooien en rondes op de voet volgen, live en on demand. Altijd en overal. Dus, wil je geen bal, crash of ontsnapping missen, ga dan naar www.eurosportplayer.com. Een jaarabonnement is nu slechts € 3,99 per maand.
Meer dan 3 miljoen sportfans gebruiken inmiddels de app!
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws, resultaten en live sport
Download
Gerelateerde onderwerpen
Deel dit artikel
Advertentie
Advertentie