Bondscoach Jeroen Otter: olympisch kampioen zonder medaille

Bijna niet te kloppen was het Nederlandse team in de tweede helft van de jaren 80. Tussen 1986 en 1990 werd de ploeg vier keer wereldkampioen op de relay. Otter maakte deel uit van alle vier succesformaties. Pas vorig jaar kwam daar een vijfde Nederlandse wereldtitel bij toen het kwartet Sjinkie Knegt, Daan Breeuwsma, Dennis Visser en Itzhak de Laat in de uitzinnige Rotterdamse Ahoy naar de winst snelde.

Het zijn gouden tijden voor het shorttrack, vooral dankzij de successen van Schulting, Knegt en de vrouwenploeg in PyeongChang. Al in Sotsji stapte de sport uit de schaduw van het langebaanschaatsen. Knegt won brons op de 1.000 meter. Een historische gebeurtenis, maar toch ook weer niet helemaal.

Zijn coach was namelijk exact dertig jaar geleden op de relay al eens de beste onder de olympiërs. Het goud kreeg Otter echter niet omgehangen, want in Calgary was shorttrack - net als curling en freestyleskiën - als demonstratiesport aan het programma toegevoegd. Pas vier jaar later in Albertville kreeg het de officiële status.

Gek genoeg kabbelde de Nederlandse heerschappij vanaf dat moment snel af. Otter zei zijn actieve carrière vaarwel en legde zich in de Verenigde Staten toe op het coachvak. Acht jaar geleden zei hij ja op de vraag of hij van bondscoach van de Nederland wilde worden. In PyeongChang heeft Otter opnieuw geoogst.