Populaire Sporten
Alle Sporten
Toon alles

Kroonieken | Hoe Sean Kelly na een ijzingwekkende afdaling zijn tweede Milaan-San Remo won

Felix Lowe

Geupdate 17/03/2021 om 19:15 GMT+1

Dit is Kroonieken een artikelenreeks, ook beschikbaar als podcast met de mooiste wielerverhalen uit het verleden. Met vandaag het verhaal over hoe Sean Kelly na een ijzingwekkende afdaling van de Poggio zijn tweede Milaan-San Remo won.

Sean Kelly was in de jaren '80 oppermachtig aan de Zuid-Franse kust.

Foto: Getty Images

Luister Kroonieken ook als podcast:
Apple: https://apple.co/3eISSGm
Spotify: https://spoti.fi/3tv595e
Vraag een willekeurige wielerfan een superdaler te noemen, en ze zullen komen met Vincenzo Nibali, Peter Sagan, Alejandro Valverde of Julian Alaphilippe.
Wielerhipsters noemen mogelijk Matej Mohoric. Maar voor iedereen ouder dan de millennials staat het vast: de alles-of-niets afdaling van de Poggio door Sean Kelly is de moeder aller afdalingen.
In 1992, in één van de meest memorabele finales van een Klassieker in de laatste 30 jaar, werd de Italiaan Moreno Argentin geklopt door een bijna suïcidale Kelly, toen 35 en eigenlijk al bezig met de nadagen van zijn loopbaan.
Dit moment was zo iconisch voor Kelly, dat zijn autobiografie Hunger hiermee opent. Hij maakte een achterstand van 15’op een Argentin in topvorm goed in de laatste kilometers naar de meet.
Wat ik dacht terwijl ik me naar beneden stortte, Argentin achterna? Was ik echt van de duivel bezeten, naar men zei? Had ik elke gedachte aan eigen veiligheid overboord gezet? Kon het me iets schelen als ik over dat lage muurtje zou tuimelen en te pletter zou vallen op het glasdak van die kassen?
Het deed er allemaal niet toe. Ik dacht aan winnen, alleen aan winnen. Ik gaf alles om Argentin te achterhalen. Eindigen tussen de tomaten en de glasscherven? Dat moest dan maar.
Het verhaal van deze Milaan-San Remo is de jaren erna een eigen leven gaan leiden. Mijn achterwiel zou in elke bocht geslipt zijn, ik zou terug gestuiterd zijn van de muren, de schampsporen waren duidelijk te zien op mijn shirt. Allemaal verzinsels. Mensen hebben kennelijk de behoefte het drama te verfraaien. Wat mij betreft, was het zo wel dramatisch genoeg.
Kelly’s carrière was hier zeker niet ten einde. De Ier mocht dan wel bijna 36 zijn, maar slechts een paar maanden eerder had hij zijn derde Giro di Lombardia gepakt en hij had ook dat voorjaar al wat vroege successen geboekt in zijn 16e profjaar.
Kelly liet in feite zien dat hij nog voldoende in huis had om met de beste de strijd om de prijzen aan te gaan. Daarom kwam hij in conflict met zijn vroegere ploeg PDM, toen die eind seizoen 1991 weigerde zijn contract te verlengen, ondanks die zege in Lombardije.
“Waarschijnlijk was ik al een beetje klaar met PDM dat jaar. Ze gaven me niet het contract dat ik wilde. Dat was ik volgens hen niet waard. Dus eenmaal bij Festina in 1992 wilde ik wel iets bewijzen.
Ik had in het vroege voorjaar al een goede vorm laten zien. Ik had de Trofeo Luis Puig gewonnen in Benidorm. Dat was mooi, maar de grote vis was Milaan-San Remo.”
Kelly wilde niet alleen een rekening vereffenen met PDM. Dat hij de vallende bladeren van Lombardije had opgeveegd, was al lang vergeten door de figuren die de publieksopinie bepaalden – en Kelly had zijn trots.
“Een groot deel van het wielerjournaille had me afgeschreven. Die zeiden: ‘Kelly is te oud,’ en ‘hij gaat vanaf nu geen grote prijzen meer winnen’.
Dus, ik moest iets bewijzen. Dat soort dingen motiveerden me om keihard te trainen die winter.
In de Tirreno-Adriatico, een paar dagen daarvoor zou hij zijn kruit droog houden: Ik voelde me goed, en ik zei: In de Tirreno hou ik de kaarten tegen de borst. Ik rij hem gewoon uit en doe niks bijzonders. Anders zouden ze in San Remo zeggen: ‘hou die Kelly in de gaten, die is goed in orde’. Dus ik deed het kalm aan.
Terwijl Kelly de Tirreno reed ter voorbereiding op San Remo, Ging Argentin vol voor de zege. De 31-jarige Italiaan won de drie laatste etappes en had het oog op zijn eersteling in Milaan-San Remo, na zijn vier overwinningen in Luik-Bastenaken-Luik en zeges in Vlaanderen en Lombardije. Zeker, de Ariostea renner was nooit verder gekomen dan een vierde stek in San Remo, maar dit keer was hij de uitgesproken favoriet.
Er kwam nog iets bij kijken, namelijk Kelly’s bijna vijandige relatie met Argentin. Op de vraag of hij vroeger door één deur kon met de Italiaan, is er een lange pauze voor er een antwoord komt: ‘Nee’. Na nog zo’n lange pauze, legt hij het uit:
Sinds het Wereldkampioenschap van 1987 in Oostenrijk kan ik al niet goed met hem overweg. Toen, in de laatste twee ronden van de koers, zat hij voortdurend in mijn wiel.
En dat hield niet op. Hij hield Kelly voortdurend in de smiezen, zat aan zijn wiel vastgeplakt als een pesterige muskiet. Toen landgenoot Stephan Roche de beslissende breek forceerde, bleef Kelly liever in de achtervolgende groep zitten dan Argentin meenemen terug naar voren met kans op de regenboogtrui. Roche won die dag, dus de Ieren hadden wat te vieren. Maar voor Kelly was er wel een vleug pijn. Zo’n kans op die felbegeerde regenboogkleuren zou hij nooit meer krijgen. ”Daar dacht ik aan, toen op de Poggio”, zegt hij.
“Hoe die gast mijn finale van die WK frustreerde! Dat moet het geweest zijn, waarom ik net dat beetje meer gaf om hem terug te pakken en te kloppen. “
Argentin en zijn Ariosteaploeg hadden alle rivalen aan de ketting gelegd op de Cipressa, de eerste van de twee fameuze klimmen in de finale van Milaan-San Remo. De Fransman Eric Boyer was alleen op kop vóór een grote groep, het peloton was op weg naar de voet van de Poggio. Boyers bravourestukje was kansloos toen Argentin de verwachtingen inloste en wegknalde uit de groep op een enorm verzet.
Hoewel hij geen klimmer van nature was, lag er in Argentin wel een hooggeprezen ‘grote motor’. Daarnaast stond hij ook bekend om zijn brute kracht. Net als Peter Sagan nu was hij in staat tot een lange punch bergop. De Poggio kon hij opspuiten als geen ander, iets als de helse Ventoux was een ander paar mouwen.
La Gazzetta dello Sport meldde: “Argentin reet de groep uiteen met vijf aanvallen die behoren tot de fraaiste uit de wielergeschiedenis .. Hij leek minstens zo hard te gaan als de motoren vóór hem, zo furieus geselde hij de pedalen.”
Voormalig wereldkampioen Maurizio Fondriest, die het jaar erna La Primavera zou winnen, leidde de achtervolging op zijn landgenoot, terwijl zijn Deense ploegmaat Rolf Sörensen elke poging tot een ontsnapping moest counteren. De enige renner die niets ondernam was Kelly. Hij licht toe: “Vóór de Poggio probeerde ik zo veel mogelijk energie te sparen. Pas op de Poggio zei ik: ik voel me goed. Ik hou me gedeisd en houd me onzichtbaar. Ik wilde alleen maar volgen in 10e, 15e positie en dat vasthouden tot de top van de Poggio.
In de klim voelde ik mijn zelfvertrouwen groeien. Natuurlijk zagen we allemaal in de Tirreno dat Moreno in uitstekende vorm verkeerde. Niemand kwam daar in de buurt. Dit was een Italiaanse koers, en hij was de grote favoriet. Hij viel een paar keer aan op de Poggio, en steeds was er wel iemand die hem probeerde te volgen. Hij deed dat drie, vier keer en ik liet het aan die anderen over hem te volgen. Ik moest het tactisch knap spelen, en zo zuinig mogelijk zijn met mijn krachten. Tweehonderd meter te veel inspanning, en je zit in het rood, en je hebt geen tijd meer om te recupereren. Ik had dat allemaal van tevoren bedacht en zo voerde ik het uit op de Poggio.
Argentin kwam boven met 7 seconden op Fondriest en Sörensen, en Kelly daar een paar seconden na. Dat zou voldoende moeten zijn geweest voor zijn eerste zege in La Primavera. Maar Argentin had het boekje van Kelly niet gelezen.
Nu geeft Kelly toe dat de verhalen over die geschaafde ellebogen en snelheden van over de 100 km per uur overdreven zijn, maar dat doet niets af aan de constatering dat deze afdaling van de Poggio nog nooit vertoond was.
Toen ik boven was, zei ik dat het in de afdaling moest gebeuren. Dus ik ging gewoon zo hard als ik kon.
Die afdaling bestaat uit een serie snelle rechte stukken, afgewisseld door nauwe haarspeldbochten waar jankende remmen en krassende velgen weerkaatsen tegen de muren pal langs de weg. Doordat je steeds moet terugschakelen in die bochten, ga je nooit supersnel, maar één verkeerde beweging en je klapt tegen zo’n muur of, nog erger, over de rand en op een glazen kas die schittert in de Ligurische zon.
“Zo snel is die afdaling niet, hoor, er zijn veel bochten, zodat je steeds vaart moet minderen. Je hebt hier niet die lange rechte stukken, waar je 100 haalt. Misschien is het 70 km per uur geweest – dat haal je heel vlug.”
Kelly probeerde Argentins ploegmaat Sörensen rechts in de eerste bocht te passeren, maar de Deen deed de deur dicht en drukte hem gevaarlijk dicht richting muur. De Ier hield het hoofd koel. Volgens de TV beelden scheidden vijftien seconden hem van de koploper en Kelly reed van de groep weg na de tweede bocht.
Als je de beelden nu bekijkt lijkt het onverantwoord dat Kelly en Fondriest de enige twee in de groep der favorieten waren die een helm droegen. Niet dat een helm je had kunnen redden als je door het dak van zo’n kas heen kletterde. Speelde die gedachte Kelly door het hoofd?
In een aantal bochten zat ik waarschijnlijk op de limiet, misschien wat erover, want, inderdaad, in minstens twee bochten was er een raar geluid van de banden. Maar je zit in een flow, de adrenaline stroomt en je denkt: ah, daar komt een bocht, snel er doorheen, en daarna weer één enzovoorts.
Je gaat echt niet denken: ojee, stel dat het fout gaat! Want als er iets fout gaat, vlieg je uit de bocht en kom je terecht in de kas tussen de tomatenplanten. Maar ik kwam steeds dichter bij Argentin. Ik moest wel alle risico’s nemen. Daardoor werd het gaatje steeds kleiner. Natuurlijk als je nu naar de beelden kijkt geloof je je ogen niet. Wat een idioot! Maar ja, je zit in een wedstrijd en je wil Milaan-San Remo winnen.
En dat deed Kelly. Argentin was als sprinter echt geen pannekoek, maar tegen Kelly maakte hij geen kans.
In de krant La Repubblica liet Argentin later optekenen dat hij geen idee had dat Kelly naderbij kwam. “Toen ik het rode vod zag, wist ik zeker dat het binnen was. Maar nee, plotseling dook Kelly op achter me. Ik had hem niet gezien, anders zou ik op tijd gereageerd hebben.”
Kelly denderde niet over de Italiaan heen. Hij besloot in het wiel te blijven zitten van zijn rivaal, hem het tempo in de laatste kilometer te laten bepalen en op die manier zoete wraak te nemen op de wieltjeszuiger van die WK van 1987 in Oostenrijk.
“Hij keek een paar keer om. Ik moest overnemen. Maar dat ging zeker niet gebeuren. Als ik de kop had genomen met nog 800 meter te gaan had hij heel even kunnen herstellen in mijn zog. En na 300 km koers is dat heel wat waard.”
Natuurlijk gokte Kelly. De jagende meute zat het duo op de hielen. De vrees gegrepen te worden vergrootte de druk op de man die voorbestemd leek solo te gloriëren.
“Ik bewoog naar links, zodat hij de groep beslist kon zien – gewoon om hem wat te laten panikeren en door te rijden, in een stevig tempo”, zegt Kelly.
Een laatste wanhopige blik over zijn schouder op de door de laatste bocht aanstormende renners dwong Argentin te versnellen. Achter hem klonk een nare crash die Fondriest en nog een handvol achtervolgers uitschakelde. Net op dat moment spoot Kelly naar voren en greep wat hem niet meer kon ontglippen. Hij stak zijn armen in de lucht. Een reusachtig glorieus Festina horloge werd zichtbaar op zijn borst, een personificatie van een foutloze timing.
Verder zag de Festina outfit er niet uit, zeker niet nu Kelly zo’n belachelijke helm erbij droeg. Maar hij zat daar niet mee. Zes jaar na zijn eerste titel, had hij nu de dubbel in San Remo. Terwijl de Ier de laatste grote overwinning van zijn loopbaan vierde, was Argentin in een verlammende shock: hij zou La Primavera nooit winnen.
Al snel kwam de favoriet met de nodige excuses. Argentin beweerde dat de motards zijn aanvallen hadden gehinderd, maar ook Kelly hadden geholpen bij het dalen. Nog vóór de douche, vertelde hij de journalisten:
Toen ik in de klim aanviel, zat ik onmiddellijk vast achter de motoren met die fotografen. Ik moest inhouden en toen opnieuw aanvallen. Je hebt het allemaal gezien. Door al die motoren achter me, kon ik Kelly niet zien. Ik neem aan dat hij juist geholpen is door hen.
Zo waren er meer renners die mekkerden, maar Francisco Moser, winnaar van de editie 1984 maakte er korte metten mee: “Hij ging gewoon te langzaam naar beneden.”
Argentin ging aanvankelijk ook mee met het oude verhaal dat zijn rivaal niet de sterkste was die dag, maar gewoon “één van de slimste”. Met deze beschuldiging kan Sean Kelly nu prima leven.
“Terugkijkend, heb ik het eigenlijk knap gespeeld. Om de haverklap riep hij ‘tira’ – ‘rijen’. En ik schudde het hoofd, hield de mond wijd open, alsof ik naar adem snakte. Hij reed door, hield dan weer wat in, keek om en zwaaide zijn hoofd naar voren om aan te geven ‘neem over’. Maar als ik dat deed, zou hij de controle overnemen. Dus, ik bleef zitten. Hij bleef op kop. Ik zat uitstekend, dus taktisch heb ik het goed gespeeld. Ik hield het hoofd koel, en het heeft gewerkt.”
Argentin greep dus naast de zege in Milaan-San Remo, la Classic-issima bleef schitteren door afwezigheid op zijn palmares. Hij ging nog twee seizoenen door. Hij greep zijn derde Waalse Pijl en won nog drie Giro-etappes, maar na de bittere pil van 1992 heeft hij La Primavera nooit meer gereden.
Het is raar, maar met Kelly ging het na zijn daaldemonstratie van de Poggio snel bergaf. Hij was 35 en voegde nog slechts twee profzeges toe aan zijn erelijst. Hij kwam niet verder dan een 39ste plek in San Remo in 1993. Toen won Fondriest, die het jaar daarvoor nog zo hard was gevallen. De eerste Ier die na Kelly een Klassieker won was Dan Martin in Luik-Bastenaken-Luik in 2013.
Tja, misschien had Kelly’s eerdere ploeg, PDM, wel gelijk, uiteindelijk.
“Na die zege in Milaan-San Remo kon ik mezelf maar moeilijk motiveren om zo hard te trainen als nodig is om competitief te zijn,” zegt Kelly. “Ik was het gewoon kwijt, ik had geen honger meer. Milaan-San Remo 1992 was kennelijk de laatste koers waarvoor ik bereid was alles uit de kast te halen. Ik zag het echt als mijn laatste kans nog een klassieker te winnen. Maar het moest tactisch gespeeld worden, niets mocht er fout gaan en alles moest op zijn plek vallen. Dat is toen gelukt”.
Kelly heeft nog steeds honger naar nog zo’n memorabele editie van de koers – maar dan als toeschouwer. Diezelfde honger heeft een carrière gevormd die 160 overwinningen heeft opgeleverd, diezelfde honger die pas verzadigd was na die maaltijd die de laatste zou blijken te zijn van het tijdperk Sean Kelly.
Meer dan 3 miljoen sportfans gebruiken inmiddels de app!
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws, resultaten en live sport
Download
Gerelateerde onderwerpen
Deel dit artikel
Advertentie
Advertentie