Populaire Sporten
Alle Sporten
Toon alles

Kroonieken | Toen de Belgen uit de Tour stapten

Felix Lowe

Geupdate 03/06/2020 om 09:55 GMT+2

Ditmaal laten we ons een Belgisch biertje schenken. We gaan terug naar 1937, toen Sylvère Maes, Tourwinnaar van 1936, zich terugtrok uit de wedstrijd, in het geel, Parijs nog maar een paar dagen te gaan.

Sylvere Maes and the Belgian cycling team ahead of quitting the 1937 Tour de France in Bordeaux

Foto: Getty Images

In Kroonieken lees je legendarische verhalen uit de geschiedenis van het profpeloton: Van de enorme gok van Eddy Merckx op de Galibier in 1972 – via de ontvoeringen en controverse achter de eerste Zuid-Amerikaanse winst in een grote ronde – tot het WK waar de Amerikaanse ploeggenoten Greg LeMond en Jock Boyer bittere rivalen werden. Een hoop moois dus om op terug te blikken – en veel om naar uit te zien.
Toen de Belgen uit de Tour stapten luisteren als podcast?Dat kan, via Spotify, Apple of jouw favoriete podcastaanbieder!
En geen Belgische terugblik op de Tour is volledig zonder Eddy Merckx.
In 2019 ging de Tour voor de tweede keer in de geschiedenis van start in België. Deze keer om de 50e verjaardag te gedenken van de eerste van de vijf Tourzeges van Merckx.
Edoch, de betrekkingen tussen de Tour en de Belgen zijn niet altijd zo hartelijk geweest.
Gele Truidrager Sylvère Maes stapte uit de Tour in 1937 na onmiskenbare agressieve acties van Franse fans en chauvinistische beslissingen van de jury. Maes pakte uiteindelijk toch zijn tweede Tourzege twee jaar later in 1939, maar toen volgde er een voor de Belgen onvruchtbare periode van maar liefst 30 jaar.
picture

Eddy Merckx in yellow during his debut Tour de France in 1969

Foto: Getty Images

Belgen en de Tour

Dat is een onthutsende statistiek voor een land met 18 Touroverwinningen. Merckx alleen al heeft er vijf op zijn naam. Alleen het gastland heeft er meer, 36. Met 471 etappezeges staat België ook op plek 2, Frankrijk op 1 met 702. Maar wat het groen betreft, gaan de Belgen op kop met 19 puntenoverwinningen, 10 meer dan Frankrijk.
De gouden periode voor het Belgische wielrennen – afgezien van de monumentale hegemonie van Merckx – ligt aan weerszijden van de Eerste Wereldoorlog. Odiel Defraeye en Philip Thys (twee maal) turfden zeges in 1912, 1913, en 1914, na de oorlog gevolgd door de successen van Firmin Lambot – twee maal – Thys, alweer, en Leon Scieur. Henri Pelissier, de Franse dandy - hij was de eerste in het peloton die witte sokken droeg - maakte in 1923 tenslotte een einde aan de Belgische hegemonie.
In 1937 had België de twee voorgaande Rondes gewonnen met Romain Maes en Sylvère Maes. De twee waren geen familie. Na Sylvère’ s tweede zege in 1939, zou geen Belg meer winnen totdat de 24-jarige Merckx triomfeerde bij zijn debuut zo’n 30 jaar later. Na de vijf Gele Truien van de kannibaal heeft alleen Lucien van Impe nog met de bloemen gezwaaid in Parijs, in 1976. Sindsdien, 43 jaar geleden, is het niet meer gelukt.

Terug naar 1937, en een paar noten bij een schandaal

In de Tour van dat jaar, een bijzonder pittige editie, stapte het gehele Belgische team – titelverdediger Sylvère Maes inbegrepen – uit de wedstrijd vóór de start van etappe 17 vanwege wat zij noemden Frans chauvinisme.
De Belgen beschuldigden Franse supporters van het gooien met stenen, van ten onrechte laten zakken van spoorbomen om ze te dwarsbomen, en zelfs van het met peper gooien in hun ogen. De Franse jury kreeg te horen dat ze onredelijke straffen oplegde aan Belgische renners terwijl ze veel te mild waren voor Franse overtreders – met name voor Maes’ voornaamste rivaal Roger Lapébie.
De Belgen gingen van start met als doel een derde victorie – iets waar de gastheren niet blij mee zouden zijn. De grote Gino Bartali had de leiding, maar tuimelde vele plaatsen in het AK na een val in een rivier in etappe 8. Hij gaf op een paar dagen later met Maes in het geel.
Maes (bijnaam ‘le Nabot’ oftewel ‘de dwerg’ ) leek duidelijk favoriet voor titelbehoud vanwege zijn prima vorm en sterke ploeg. Dus ging de organisatie morrelen aan het wedstrijdschema. De ploegentijdrit werd geschrapt, een vrijwel zekere prooi voor de sterke Belgen die ook beschikten over klimgeit Félicien Vervaeke en Marcel ‘Zwarte Adelaar’ Kint.
Eenmaal in de Pyreneeën, kwam Lapébie op 2’18” van Maes maar de zwakke Franse ploeg had nog maar 6 renners over. Op de rustdag voorafgaande aan de bergritten, werd Maes naar verluidt benaderd door iemand die hem 100.000 Belgische franken, (ca 2500 euro) bood als hij zijn Franse rivaal liet winnen. Maes weigerde. Tenslotte was hij hard op weg naar een tweede Tourzege – alle reden om het glas te heffen met zijn kornuiten.
picture

Belgium's Sylvere Maes is poured a celebratory drink during the 1937 Tour de France while in yellow - and before quitting the race

Foto: Getty Images

Maar toen liep het uit de hand.
Vlak vóór de start van etappe 17 bij het infietsen zat Lapébie ineens met een los stuur in zijn handen. Hij keek nog eens goed en concludeerde dat het gedeeltelijk was doorgezaagd. Met nog een paar minuten vóór de start te gaan monteerde hij koortsachtig een nieuw stuur, maar dat ontbeerde een bidonhouder.
De man die tweede stond in het klassement begon dus de etappe – met daarin het gevreesde kwartet Peyresourde, Aspin, Tourmalet en Aubisque – zonder water.
Bewijs ontbrak, maar Lapébie was er zeker van dat de Belgen de sabotage op hun geweten hadden. Gedemoraliseerd zag hij zich genoodzaakt eten en drinken aan te nemen van zijn broer Guy, wat hem een tijdstraf kostte want tegen de regels. Later zei Lapébie:
Het was iemand dichtbij de Belgen. Ze zaten in hetzelfde hotel. Ik monteerde een nieuw stuur, maar dat had geen bidonhouder. Ik kreeg straf iedere keer dat iemand mij te drinken gaf. Ik verloor 5 minuten op de Tourmalet en panikeerde. Ik wou opgeven.
Een bergriviertje bracht redding, en toen Maes verderop lek reed, had Lapébie weer kans. Maar hij lag nog steeds bijna 7 minuten achter op Maes op de top van de voorlaatste klim.
Toch, op de éen of andere manier, kwam Lapébie terug bij Maes vóór de finish in Pau en drukte zijn wiel een millimeter vóór de Belg over de streep, wel na de eenzame winnaar Julian Berrendero. Lapébie heeft altijd beweerd dat hij tijd had goedgemaakt in de afdaling van de Tourmalet, maar de waarheid was wat duisterder; hij accepteerde nuttige duwen van zijn Franse fans en had vastgehouden aan auto’s van Franse journalisten op de Aubisque, o.a. die van Félix Lévitan, de toekomstige Tourdirecteur.
Later bekende Lapébie dat hij zijn supporters had aangemoedigd hem omhoog te helpen.
Ik zei, ik kan het niet helpen dat ze me duwen. Ik verbied ze dat te doen. Maar stiekem vraag ik ze nog wat harder te duwen.
De Belgen waren des duivels en toen Lapébie slechts bestraft werd met 1’30”, een mild tikje op de vinger, maakte dat de gele trui en zijn ploeg nog nijdiger. Toen zij protesteerden dat Lapébie ondanks die tijdstraf nog steeds een betere positie had dan als hij niet vals gespeeld had, waren de Fránsen kwaad en dreigden de wedstrijd te verlaten als de straf zou worden verhoogd.
Het eind van het liedje was dat Lapébie nu na de Pyreneeën op 3’03” stond van Maes. Dan, in etappe 16 naar Bordeaux reed Maes lek en zijn rivaal viel aan. Maes kreeg steun van landgenoot Gustaaf Deloor, maar die, hoewel hij twee Vueltazeges op zak had, reed als individu, en niet in de Belgische ploeg, en hulp van een niet-ploegmaat was tegen de regels.
Het gat met de kopgroep met Lapébie werd kleiner. Maes en Deloor stuitten op een spoorwegkruising net op het moment dat de spoorwachter de slagboom liet zakken nadat Lapébie door was. De plaatselijke fans gooiden olie op het vuur door peper te gooien in de ogen van de Belgen. Maes kroop onder de slagboom door, stak de spoorlijn over en zette de jacht voort. Aan de streep beperkte hij het verlies tot 1’38”. Maar zijn voorsprong slonk tot 25” na straftijd.
Onder dreiging van de Franse fans en geslachtofferd door de jury, besloot Maes – die meende dat de spoorwegman bewust de slagboom had neergelaten – de wedstrijd met zijn mede-Belgen te verlaten en niet te starten in Bordeaux. Hij was duidelijk van mening dat hij beter kon opgeven in het geel dan dat te moeten inleveren door het valse spel van de officials en chauvinistische fans. Het was voor het eerst dat de gele trui was uitgestapt onder deze omstandigheden.

Wat gebeurde er toen?

Lapébie werd Tourwinnaar, tussen haakjes de eerste die gebruik maakte van een derailleur. Maar de ruzie ging nog wel even door.
Belgische supporters dienden een protest in bij de Tourorganisatie. Binnen 24 uur waren er 20.000 protestbrieven verstuurd naar een sportblad; na nog eens tien dagen had de Belgische bond meer dan 100.000 Belgische franken – circa 5000 gulden/2500 euro- opgehaald om de nationale ploeg te steunen.
De straten van Brussel vulden zich met massa’s fans toen Maes en zijn ploegmaats terugkeerden, en de Belgische regering garandeerde dat ze dezelfde premies zouden krijgen waar ze bij een overwinning recht op hadden.
Hoewel velen meenden dat Lapébie’s zege stonk, heeft de Fransman altijd volgehouden dat hij toch wel gewonnen zou hebben.
De resterende etappes waren vlak en zaten vol tijdbonussen die allemaal in mijn voordeel zouden uitpakken. Ik wist zeker dat ik de Tour al gewonnen had in Bordeaux. De aftocht van de Belgen frustreerde me verschrikkelijk, want anders had mijn overwinning glanzender en completer geweest. Ik bezat echt wel de middelen om Sylvére Maes met faire middelen te verslaan.
De vader van de Tour, Henri Desganges, dacht daar anders over en heeft Lapébie het jaar erna (1938) niet gevraagd zijn titel te verdedigen. Lapébie is één van de slechts vijf titelverdedigers die nooit meer een volgende Tour betwist hebben. De anderen zijn René Pottier, Fausto Coppi, Bradly Wiggins en onze heer Maes.
Maes nam deel in 1938, en werd slechts 14e. Bartali bleef deze keer overeind en ging er met de buit vandoor, maar de Belg won uiteindelijk zijn tweede Tour in 1939, vlak vóór de uitbraak van de wereldoorlog die een eind maakte aan zijn loopbaan. Later werd hij manager van de Belgische nationale ploeg en opende een café bij Brugge onder de naam ‘De Tourmalet’.
Wat Lapébie betreft, hij volgde de Tour van 1938 als verslaggever. Zijn carrière eindigde in 1939 toen hij een knieschijf brak in Bordeaux-Parijs. Hij bleef in de sport als chauffeur voor de Franse televisie.
Het spook van het Belgische opstappen keerde terug in 1950 toen de Italiaanse ploeg van Bartali hetzelfde deed. Ook hij voelde zich bedreigd door Franse supporters, die hem deden crashen in de afdaling van de Col d’Aspin met Jean Robic, kampioen van 1947. Bartali beweerde dat fans hem sloegen en trapten. Eén bedreigde hem zelfs met een mes.
Hoewel ploegmaat Fiorenzo Magni op dat moment leider was, aanvaardde die Bartali’s beslissing en verliet de koers. De Tourorganisatie kwam met de suggestie van neutrale grijze truien voor de Italianen zodat het publiek hen niet zou herkennen, maar voor die flauwe kul werd feestelijk bedankt. Het gevolg was dat etappe 15 niet finishte in San Remo, zoals gepland, maar in Menton.
Later in diezelfde Tour van 1950 meenden de Belgen dat hen de bonusseconden in etappe 15 door de neus waren geboord door de jury die had besloten de 2e plaats toe te kennen aan Louison Bobet, een Fransman, en niet aan Stan Ockers. Maes was ploegleider en protesteerde onder dreiging met opstappen als die beslissing werd gehandhaafd. De jury hield de rug recht en Maes .. ging terug in zijn hok.
Na de zege van Maes in 1939 volgde een droge periode voor het Belgische wielrennen van 30 jaar waaraan een einde kwam in 1969 toen Eddy Merckx zijn overrompelende entree maakte. Waarom zo lang zo droog? De alom gerespecteerde wielerjournalist Hugo Coorevits heeft zo zijn verklaringen.
Er zijn verschillende redenen. Ten eerste het briljante talent ontbrak. Ten tweede, de ééndagskoers was een stuk populairder. Mogelijk zit de kasseikoers de Vlamingen in het bloed en werd die dientengevolge hun specialisme. De Fransen hebben ongeveer hetzelfde probleem ondanks dat de Tour voor hen nog belangrijker is met nog meer sentiment
picture

Belgium's Eddy Merckx leads the peloton in yellow during his debut Tour de France in 1969

Foto: Getty Images

Eddy Merckx

In die voor België magere jaren was Brussel in 1953, het jaar van de Wereldtentoonstelling, gastheer van het grand départ. Elf jaar later deed de Tour Brussel weer aan, en werd een legende geboren.
Na de proloog in Roubaix, waarin Merckx na Rudi Altig tweede werd en na etappe 1A die de renners over de Belgische grens voerde was etappe 1B een ploegentijdrit van 15.6 km in de Brusselse voorstad Woluwe-Saint-Pierre. De route voerde langs de kruidenierszaak van papa en mama Merckx, dus het lag voor de hand dat zijn Faema ploeg de rit won. Bovendien, dankzij een tijdbonus van 20” voor de winnaars, mocht Merckx zijn eerste geel aantrekken in zijn thuisstad, de eerste van het recordaantal van 96 gele truien die de Kannibaal zou binnenhalen in zijn loopbaan. Ook al stond hij het geel vier dagen af, hij pakte le maillot jaune terug in etappe 5 en droeg die mee tot in Parijs.
“De dag van die eerste gele trui zie ik als één van de mooiste van onze illustere landgenoot, “ aldus Hugo Coorevits die 25 Tours heeft verslagen voor ‘Het Nieuwsblad’.
Dit was de zevende aflevering van Kroonieken, door Eurosport – geschreven door Felix Lowe en vertaald door Toon Kroon, de podcast wordt ingesproken door Karsten Kroon. Meer stukjes wielerhistorie door Felix zijn te vinden op Twitter via @SaddleBlaze. Eurosport volg je via @Eurosport_NL. Bovendien vind je ons op Instagram en Facebook.
Dit was de zevende aflevering van een nieuwe serie – dus als je hebt genoten van deze etappe uit de wielergeschiedenis, abonneer je dan, vertel het door, en beoordeel ons bij jouw podcastaanbieder.
Meer dan 3 miljoen sportfans gebruiken inmiddels de app!
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws, resultaten en live sport
Download
Gerelateerde onderwerpen
Deel dit artikel
Advertentie
Advertentie