Populaire Sporten
Alle Sporten
Toon alles

Kroonieken | Toen Eddy Merckx de Galibier afdaalde naar de overwinning in Valloire in 1972

Felix Lowe

Gepubliceerd 17/06/2020 om 11:57 GMT+2

De vorige keer fietsten we terug naar 1919, het jaar dat Eugène Christophe het eerste geel van de Tour droeg. Hij werd ermee getreiterd door supporters – ze noemden hem Christophe Kanarie – en hoewel hij de eerste geletruidrager was zou hij Le Grande Boucle nooit winnen.

Eddy Merckx

Foto: Eurosport

In deze editie van Kroonieken, blikken we terug op de man die er vijf won – en de grootste wegwielrenner aller tijden, Eddy Merckx, en hoe hij afrekende met rivaal Luis Ocaña door in één dag bijna twee etappes te winnen in de Tour van 1972.
In Kroonieken lees je legendarische verhalen uit de geschiedenis van het profpeloton: Van de enorme gok van Eddy Merckx op de Galibier in 1972 – via de ontvoeringen en controverse achter de eerste Zuid-Amerikaanse winst in een grote ronde – tot het WK waar de Amerikaanse ploeggenoten Greg LeMond en Jock Boyer bittere rivalen werden. Een hoop moois dus om op terug te blikken – en veel om naar uit te zien.
  • 'Toen Eddy Merckx de Galibier afdaalde naar de overwinning' luisteren als podcast? Dat kan, via Spotify, Apple of jouw favoriete podcastaanbieder!
Het seizoen 1972 van Eddy Merckx werd door Peloton Magazine het “meest grandioze seizoen van één renner ooit” genoemd. In dat jaar hielp de Belgische legende zich aan drie klassiekerzeges (Milaan-San Remo, Luik-Bastenaken-Luik en Lombardije), een tweede Giro-Tour dubbel en het wereld-uurrecord.
Maar één figuur stond dat jaar tussen de Kannibaal en zijn Tourtriomf, de Spanjaard Luis Ocaña.
De Ronde van Frankrijk van 1972 werd beslist in de Provence en de Alpen met een serie van 6 Alpenritten, die begon met de Mont Ventoux in etappe 11.
Etappe 14 was gesplitst in twee halve etappes en was de meest fascinerende. Op maandag 17 juli werd begonnen met een 51 km lange rit-in-lijn van Briançon naar Valloire, gevolgd door een loodzware rit van 151 km diezelfde middag naar Aix-les-Bains. Etappe 14a was eigenlijk een lange beklimming van de Lautaret en de zuidflank van de Galibier en dan een snelle afzink naar Valloire.
picture

Luis Ocana et Eddy Merckx.

Foto: Imago

Het jaar ervoor, 1971, zou Merckx waarschijnlijk niet de Tour gewonnen hebben als zijn grote rivaal Luis Ocaña niet uit de koers gecrasht was. De Belg had meer dan 8 minuten achterstand bij aanvang van de etappe, toen ze allebei zwaar ten val kwamen in de afdaling van de Col de Menté.
Merckx kon weer opstappen, maar Ocaña liep een ernstige schouderblessure op toen Joop Zoetemelk met grote snelheid op hem knalde op een glibberende zachte band. Ocaña lag eruit, Merckx kon de eindzege nauwelijks meer ontgaan, en zo is deze val door auteur Christopher S.Thompson bestempeld als de meest fameuze in de Tourhistorie.
Ocaña’s commentaar dat Merckx de zege niet verdiende werd niet echt gewaardeerd chez Eddy.
De vete stroomde over naar het volgende seizoen, naar Parijs-Nice, waar een gemene valpartij in een massasprint leidde tot een gebroken wervel bij Merckx, de ernstigste blessure in zijn loopbaan.
Ocaña stookte het vuurtje nog wat op door te verklaren dat er ‘niks aan de hand’ was met Eddy, terwijl de dokter de regerende wereldkampioen aanraadde te stoppen: “Het is alsof je van de derde verdieping bent gevallen.”
Nauwelijks in staat zich uit het zadel te lichten, voltooide hij toch – tot ieders verbazing - Parijs-Nice als tweede en won Milaan-San Remo drie dagen later.
picture

Eddy Merckx and Gianni Motta in Milano-Sanremo 1971.

Foto: Eurosport

Hij greep naast de prijzen op de kasseien, maar won de twee Ardennenklassiekers om vervolgens vier etappes en het roze in de Giro op zijn naam te schrijven.
De tifosi waren zo onder de indruk dat velen van hen op de knieën gingen als hij langskwam. De wedstrijdorganisatie verzekerde hem, naar verluidt, voor 40 miljoen Belgische franks (ca 1 miljoen euro) voor zijn terugvlucht van Sicilië naar het vasteland.
En zo óp naar de Tour van 1972, naar een hernieuwde rivaliteit met Ocaña.
De Spanjaard probeerde het eerst in de Pyreneeën met een aanval op de Aubisque, die Merckx pareerde. Ocaña reed lek op de Soulor. De Brusselaar reed weg en in de jacht ging Ocaña onderuit . Dit was nog wat meer olie op het vuur tussen de twee.
In finishplaats Luchon nam Merckx de leiding over van Cyrille Guimard. Later in etappe 11 lag de streep op de Ventoux. Merckx zat alleen maar in het wiel van de Spanjaard, die jammerde dat hij en zijn ploeg behandeld werden ‘als melaatsen’.
In de Alpen moest het gebeuren. Merkx had het geel met 2’39”op Cyrille Guimard en 2’56” op Ocaña.
picture

(from L-R) Spanish cyclist Luis Ocana, Belgian cyclist Eddy Merckx and French cyclist Raymond Poulidor during the 11th stage of the Tour de France from Carnon to Le Ventoux.

Foto: Getty Images

Vars, Izoard, Galibier en verder

In de eerste Alpenetappe van Orcières naar Briançon werd het peloton over de Col de Vars en de Izoard gestuurd. Molteni, de ploeg van Merckx, zette zich op kop, en reed zo hard dat er slechts 16 renners resteerden op de Vars. Ocaña had paella in de benen. De Belg had afstand genomen vlak vóór de top, maar werd in de afdaling gegrepen door Guimard.
Maar op de Izoard soleerde Merckx naar een duidelijke overwinning in Briançon. Ocaña deed alles om het verlies te beperken tot 1’41”, de twee wrede etappes van de volgende dag voor de boeg. Hij zou eraan beginnen met een gat van bijna vijf minuten op Merckx.
Even een intermezzo, naar 2019. De Vars én de Izoard figureren in etappe 18 met als toetje de beklimming van de Galibier via de Col de Lautaret. De 208 km lange etappe voerde de renners niet minder dan 3 maal boven de 2000 meter en eindigde in Valloire met een zege voor Nairo Quintana na een geslaagde goed getimede aanval op de flanken van de Galibier. Egan Bernal schoof op naar plek twee, dus was het geen slechte dag voor Colombia.
picture

Stage 18 profile, 2019 Tour de France

Foto: Eurosport

Weer terug naar 1972, etappe 14a. Voor Merckx en het peloton stond na Briançon de Galibier op het programma, met2646 meter het dak van de Tour. De reus moest klein gekregen worden voor de 37ste maal sinds Henri Desgrange hem tot leven blies in 1911 en renner Emile Georget hem als eerste bedwong.
Het jaar na deze Georget was het Eugène Christophe – de eerste renner die het Tourgeel aantrok – die als eerste boven kwam en zei: “dit heeft niks met sport, niks met racen te maken. Dit is dwangarbeid.”
‘Schrap die Ventoux uit de Tour’, werd geroepen, maar Desgrange had daar totaal geen oren naar. Volgens Daniel Friebe, auteur van Mountain High:
Door niemand was Desgrange van het idee af te brengen, dat de Galibier een juweel in de Tourkroon was. Hij was verdwaasd, noemde het opnemen van de Galibier zijn ‘religieuze plicht’ jegens de Tour. O Sappey, oh Laffrey, oh Col Bayard, oh Tourmalet!, schreef hij in L’Auto, verwijzend naar cols die dwergen zijn vergeleken met zijn nieuwe fetisj. Ik zie het als mijn heilige plicht om luid en duidelijk te verkondigen dat u naast de Galibier niet meer bent dan bleke, vulgaire zuigelingen. Tegenover deze gigant past ons niet anders dan de hoed diep af te nemen.
In 1949 werd er op de top, negen jaar na zijn dood, een groot monument opgericht voor de stichter van de Tour met de tekst: “Ter ere van Henri Desgrange (1865-1940), voormalig directeur van het nieuwsblad L’Auto en oprichter van de Tour de France.”
Tot 1976 passeerden de renners de top op 2556 m via een tunnel van 365 meter. Maar toen men die om veiligheidsredenen sloot werd de martelende klim nog een km langer en moesten ze nog bijna honderd meter verder omhoog naar 2642 m.
De edities van 1976 én die van 2019 voerden het peloton over de zuidflank via Briançon. Wielerjournalist Daniel Friebe zegt dat deze route over de Lautaret misschien minder berucht is, maar daarom niet minder ontzagwekkend.
Wat bedaagder op het laatste stuk, alleen de laatste kilometer boven de tunnel is echt erg. Daar bepaalt de reusachtige rotspunt van de 3229 m hoge Grand Galibier het zicht.

1972 Tour de France, etappe 14a

De eerste helft, etappe 14a, bestond uit 34 km de Lautaret en de Galibier op, gevolgd door een snelle afdaling naar de streep in Valloire.
Weer was het Molteni dat het peloton uitdunde. Joop Zoetemelk rondde de Galibier als eerste, op 5” gevolgd door Raymond Delisle, de Portugees Joaquim Agostinho en de Nederlander Edward Janssens op 15” en de Belgen Merckx enJos Deschoenmaecker op 20”. De arme Ocaña reed vierkant en verloor 2 minuten, geplaagd door een verkoudheid die hij had opgelopen in de Pyreneeën.
In de afdaling passeerden Merckx, Agostinho en Janssens de Fransman Delisle. Toen ontbond Merckx zijn duivels en ging alleen op jacht naar Zoetemelk die hij bijhaalde op 5 km van de meet. Volgens de Franse journalist Pierre Douglas daalde de Kannibaal als een bezetene.
Ik zat achterop een motorfiets, De snelheidsmeter gaf 100 km. Eddy passeerde ons. Ik geloofde mijn ogen niet. Aan de finish zei hij tegen me: ‘Ik had sneller gekund. Had ik maar een groter verzet moeten steken.
In Valloire opende de man uit Rijpwetering het sprintje, nam een lengte, maar Mercks was niet te kloppen. Het was zijn vijfde zege die Tour. En etappe 14b wachtte nog na de lunch.
Guimard liep binnen op 54”, Poulidor op 1’34”en Ocaña op 2’11”, zijn Tourdroom aan flarden.

Hoe ging het verder?

Er konden nog wat geschilletjes worden uitgevochten in dat andere halfje van de etappe, etappe 14b, 151 km. Na de start meteen bergop, de Col du Telegraph, vervolgens de Col du Grand Cucheron en de Col du Granier, finish aan het meer in Aix-les-Bains.
De strijd barstte pas los 5 km vóór de top van de slotklim, Daar ontstond een groep met Merckx, Guimard, Zoetemelk, Lucien van Impe, Felice Gimondi en nog een paar. Wie ontbrak? Ocaña.
Dit groepje ging de eindsprint aan, en het was Guimard die heel nipt de Belg klopte en daarmee zijn groene trui wat meer stevigheid gaf. Merckx greep naast zijn tweede overwinning binnen en paar uur – en naast zijn derde in twee dagen.
Merckx en Guimard zouden de dag erna nogmaals met elkaar sprinten op de Mont Revard. Dat leidde tot een redelijk gênant moment voor de Brusselaar. Hij meende al gewonnen te hebben, stak een triomfantelijke arm in de lucht en werd alsnog met millimeters voorbijgegaan door Guimard.
Ocaña kwam 6 minuten later over de streep in Aix-les-Bains. Hij hoestte bloed op vanwege een longinfectie die hij had opgelopen in de Pyreneeën toen hij na een val moest wachten op de ploegauto. Hij lag nu 12’23”achter op Merckx op plek 5. Met tegenzin stapte hij op doktersbevel uit de Tour. Het was pas zijn derde DNF in 4 jaar.
Met Ocaña thuis, was Cyril Guimard de enig overgebleven rivaal van Merckx. Hij stond tweede op 6 minuten. Maar dat laatste sprintje op de Revard was tevens zijn laatste gloriemoment van die Tour; twee dagen later moest hij opgeven.
Guimard had, zo bleek, zijn knieën geruïneerd dankzij een peesontsteking vanwege te groot trappen.
picture

Eddy Merckx wins the Tour 1972.

Foto: Eurosport

Door velen is opgemerkt dat Merckx de overwinning min of meer in de schoot geworpen werd met al die uitgestapte rivalen. Maar zoals Mark Fotheringham verklaart in zijn biografie van Merckx: Merckx: Half Man, Half Bike:
De problemen waar Ocaña en Guimard onder gebukt gingen suggereren dat ze fysiek gewoon te kort kwamen op Merckx, terwijl Ocaña het ook mentaal niet aan kon.
Na een zesde etappezege in de tijdrit naar Versailles, pakte Merckx zijn vierde Tourtitel met bijna 11 minuten op Gimondi, én stelde hij zijn tweede Giro-Tour- dubbel veilig. De Kannibaal won ook de Groene Trui die hij had overgenomen van Guimard toen deze de strijd moest staken.
Guimard greep die trui al in de openingsrit. Hij werd gevraagd om in Parijs het Groene Tricot uit te reiken aan zijn rivaal, maar deze, sportief en genereus, gaf het hem terug met de woorden: ‘Jij hebt er meer recht op’. Guimard hield het niet droog.
Journalist Jean-Paul Ollivier zegt dat deze Tourzege van 1972 “het ultieme koersen met een heldere kop” was.
En, volgens Fotheringham:
Het was ook een staaltje van uitputtend koersen: hij won tijd op Ocaña in alle etappes op vier na, zodat de mentale druk geen moment minderde.
Het toeval wil dat Juli 1972 getuige was geweest van de laatste Ocaña-Merckx confrontatie in de Tour. Het jaar erop deed Merckx niet mee en kon de Spanjaard eindelijk in Parijs in het geel gehuld worden.
Een revanche tussen de twee kemphanen vond nooit plaats en ze hebben onderling alles fameus bijgelegd met een flinke borrel in een vliegtuig naar Genève in 1973.
picture

Belgian champion Eddy Merckx answers journalists upon the final stage of Tour de France, 21 July 1974

Foto: Getty Images

Merckx bleef winnen dat jaar. Na de zege in Lombardije verpletterde hij het werelduurrecord in Mexico met 49,431 km. In 51 van de 137 koersen dat jaar eindigde hij op de hoogste trede. Dat betekent een zegepercentage van 37%.
In 57% van zijn wedstrijden eindigde hij op het podium. Het is niet te betwisten wat Peloton Magazine oordeelde: Merckx’ palmares van 1972 is nooit meer overtroffen.
En, zoals Patrick Brady zei, het was een jaar met een palmares waar menige grote coureur een hele loopbaan over doet.
Twee Grote Rondes, drie klassiekers en het uurrecord. Coppi en Anquetil konden ook prat gaan op een Giro-Tourdubbel en op dat uurrecord, maar Merckx was de eerste en enige coureur die dat in één seizoen presteerde. Er is al vaker op gewezen: na het hele peloton te hebben geklopt mikte Merckx op het werelduurrecord, met succes, en daarmee versloeg hij die ene man die hij nog niet vernederd had: zichzelf.
Vanzelfsprekend zou deze dubbel niet zijn laatste zijn. Onze Kannibaal herhaalde het kunststuk een derde maal in 1974, het jaar van zijn record evenarende vijfde Tourzege.
Drie Giro-Tourdubbels, dat heeft alleen Eddy Merckx gepresteerd.
Meer dan 3 miljoen sportfans gebruiken inmiddels de app!
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws, resultaten en live sport
Download
Gerelateerde onderwerpen
Deel dit artikel
Advertentie
Advertentie