Wielrennen | Kan Tadej Pogacar alle vijf monumenten winnen? Bobbie Traksel geeft zijn mening

Het idee van de 'strive for five' is met name ontstaan in België. De enige renners die kunnen zeggen dat zij alle vijf de monumenten gewonnen hebben, zijn de drie Belgen Eddy Merckx, Rik van Looy en Roger de Vlaeminck. In het moderne wielrennen werd de term vooral in verband gebracht met alleskunner Philippe Gilbert, die zijn loopbaan vorig jaar afsloot met vier van de vijf monumenten.

Gilbert won in 2009 de Ronde van Lombardije en voegde daar in 2011 Luik-Bastenaken-Luik aan toe. In 2017 kende de loopbaan van Gilbert een heropleving en won hij de Ronde van Vlaanderen, gevolgd door Parijs-Roubaix in 2019. Opvallend genoeg bleef Milaan-San Remo het enige monument dat ontbreekt op het palmares van Gilbert, terwijl deze koers in theorie op het lijf is geschreven van de Belg.

Na zijn overwinning in Vlaanderen lijkt niets meer onmogelijk voor Pogacar. Bovendien liet de Sloveen enkele weken eerder in Milaan-San Remo al zien dat hij ook daar niet ver van de overwinning verwijderd was met een vierde plek.

Op papier moet de explosieve Pogacar in staat zijn om minstens een keer op de Poggio toe te slaan. Bovendien kan de tweevoudig Tour-winnaar ook rekenen op een sterk eindschot, al geeft hij zelf aan dat Milaan-San Remo de lastigste wordt.

Daar komt bij dat Pogacar nog altijd pas 24 jaar oud is en dus jaren de tijd heeft om zijn erelijst nog verder uit te breiden. Het grootste struikelblok voor de 'strive for five' zal volgens de meeste experts toch Parijs-Roubaix worden, al denkt Pogacar daar zelf dus anders over. Pogacar reed de koers nog nooit bij de elite en met zijn gewicht van 66 kilo lijkt hij te licht voor de Hel van het Noorden.

Toch kan zeker niet uitgesloten worden dat Pogacar ook in Roubaix de wereld gaat verbazen. In de Ronde van Vlaanderen en de Tour de France heeft hij al laten zien op kasseien te kunnen rijden. De vraag is of ook de nog zwaardere kasseienkoers in Noord-Frankrijk door de Sloveen te bedwingen is, maar onmogelijk is het niet.

Toch duurt het waarschijnlijk nog wel even voordat Pogacar zich hier eventueel op gaat richten. De gele trui in de Tour de France is de komende jaren nog altijd de topprioriteit en dan is Parijs-Roubaix, gezien het risico op blessures, geen ideale voorbereiding. Wellicht dat we Pogacar pas op een later moment in zijn carrière, als Milaan-San Remo al binnen is, in Parijs-Roubaix gaan zien.

Dit gaf Pogacar zelf ook aan na zijn overwinning in de Ronde van Vlaanderen. De Sloveen vindt zichzelf op dit moment nog te licht en gaf aan Parijs-Roubaix voor later te bewaren.

Eurosport-analist Bobbie Traksel denkt dat allebei de nog te winnen koersen lastig worden: "Pogacar geeft zelf aan dat San Remo de lastigste wordt. Hij zegt dat Roubaix een kwestie van tijd is, maar ik denk ook dat zijn ploeg hem daar het minst graag ziet, omdat daar de risico's het grootst zijn."

"Hij zegt zelf ook dat hij gewoon zes kilo moet aankomen om Roubaix te winnen. Daarmee wordt Roubaix naar mijn mening de lastigste, omdat hij dat de komende drie jaar niet gaat doen. In beide gevallen blijft het zo dat hij alleen bij de finish moet aankomen en dat wordt het lastigste, maar dat dachten we bij Vlaanderen ook", aldus Traksel.

Volgens de commentator staan er eerst andere doelen op het programma: "Je moet deze jongen gemotiveerd houden door hem uitdagingen te blijven geven. De eerste uitdaging was om Vlaanderen te winnen en de volgende uitdagingen zijn waarschijnlijk de Amstel Gold Race en de Waalse Pijl."

"Daar komen straks ook de Giro en de Vuelta bij die hij wil afvinken. Als al die koersen zijn afgevinkt, dan kan hij een keer met zijn gewicht gaan spelen. Dat ga je niet doen voordat je die andere wedstrijden gewonnen hebt, want daar is gewicht juist cruciaal."

"Het zal een van de laatste dingen zijn die hij gaat afvinken, alhoewel zijn eigen motivatie dat niet zegt. Ik denk dat hij het liefst zondag gewoon start als je het hem zelf vraagt, maar zijn ploeg gaat dat niet doen. De kans op valpartijen is veel te groot", zo legt Traksel uit.

Het belangrijkste verschil tussen de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix zit hem volgens Traksel vooral in het profiel in plaats van de kasseien: "Het is niet zo dat er een verschil is. De kasseien in de Tour waren dezelfde die je in Roubaix zag. Er zijn wel verschillende types kasseien, maar het grootste verschil met Vlaanderen is dat er geen hoogtemeters zijn in Roubaix. Dat betekent dat er een aantal hele sterke kerels, zoals Filippo Ganna, die 100 watt meer kunnen trappen, in het voordeel zijn."

"Het gaat in dat geval niet om wattages per kilo lichaamsgewicht, wat heel belangrijk is bergop, maar gewoon echt de wattages om vooruit te komen. Dat maakt het veel complexer voor een hele lichte kerel om daar te winnen. Er zijn natuurlijk wel een paar stroken die er nog slechter bijliggen, maar dat is het probleem niet."

Of Pogacar het ook daadwerkelijk gaat lukken, weet Traksel niet: "Als er iemand is die het zou kunnen, dan is het Pogacar. Het is een speciale renner en hij stelt eigenlijk nooit teleur. Ik zou zeggen dat het een mogelijkheid zou moeten kunnen zijn."

Het wielerseizoen is volledig los. Met Eurosport en discovery+ blijf je altijd op de hoogte van het laatste nieuws en kijk je live de koersen die jij niet mag missen!