Bjørndalen: geen krasjes maar plasjes

Bjørndalen, die al 25 seizoenen lang meedraait aan de biatlontop, zegt zelfs te vrezen voor de gevolgen van de Russische veroordeling. Tegen de Noorse persdienst NTB biechtte hij op dat hij inmiddels bang is voor de dopingcontrole, omdat er nu op veel meer gelet wordt dan alleen (on)zuivere urine.

Er is de laatste tijd veel te doen over Russische deelname in PyeongChang. De WADA, het internationale anti-dopingagentschap, haalde vorige week hard uit door te zeggen dat het nieuw bewijs heeft voor grootschalige fraude tijdens de Spelen van 2014.

Vorig jaar was er ook sprake van een olympische verbanning voor Rusland. Het IOC besloot de sporters destijds niet over een kam te scheren. Atleten die konden aantonen dat ze veelvuldig en bij onafhankelijke dopingautoriteiten getest waren én schoon waren bevonden, mochten meedoen aan Rio 2016.

Nu wacht er dus opnieuw zo’n beslissing. Op 5 december aanstaande zal het IOC een definitieve beslissing vellen over de kwestie. Dan wordt duidelijk of Rusland welkom is in Zuid-Korea, en zo ja, of het land onder de eigen vlag mag deelnemen of niet.

Als het aan Bjørndalen licht, kan de knoop maar beter zo snel mogelijk worden doorgehakt. Er is volgens de Noor teveel onrust in zijn sport, en daar is biatlon niet bij gebaat. Er moet weer rust in de tent komen, waarbij de fraudeurs geweerd worden en de schone atleten mogen deelnemen.

Maar het oordeel ‘schoon’ of ‘niet schoon’ moet wel eerlijk geveld worden. Niet op basis van krasjes, maar op basis van positieve plasjes. “Het moet niet zo zijn dat atleten omwille van allerhande voorwendselen kunnen worden geschorst – er moet bewijs zijn”, aldus Bjørndalen.